Tilo Lehmann

2002

Tilo Lehman begon zijn werkzaamheden in het nieuwe jaar. De voormalige muziekdirecteur van het Mittelsächsische Theater in Freibert met een indrukwekkende internationale concertervaring begon zijn werk als dirigent bij het Bentheimer Kammerchor met de klassieker bij uitstek: het “Weihnachtsoratorium” van Johann Sebastian Bach.
Op 15 december 2002 dirigeerde hij de cantates I-IV. Het Kammerochester Osnabrück naam het instrumentale deel voor zijn rekening.
Met deze begeesterende vertolking tekende zich reeds de weg van het Bentheimer Kammerchor onder Tilo Lehmann af: het publiek grote koorwerken bieden op het hoogste niveau.

2003

Het koor kon een paar weken daarna voor de zoveelste keer zijn veelzijdigheid laten zien. Bij het nieuwjaarsconcert van de stad Bad Bentheim gaf het Bentheimer Kammerchor samen met het filharmonisch orkest Südwestfalen een entertainend symfonisch concert met werken van Bedrich Smetana, Antonin Dvo?ák en Johann Strauß (zoon). De vrolijke stemming die door het koor opgewekt werd, prikkelde het publiek en resulteerde in staande ovaties.

Reeds in mei vond het volgend concert plaats, waarbij naast meerdere kleine werken van Friedrich Mendelssohn Bartholdy (“Wirf Deine Augen auf den Herrn”, “Hebe deine Augen auff”, “Denn er hat seinen Engeln befohlen”, “Jauchzet dem Herrn”) en de cantate “Dir, Seele des Weltalls KV 429” van Wolfgang Amadeus Mozart de beroemde “Deutsche Messe D872” van Franz Schubert te horen was. BKCMai03Dobbe

Deze keer musiceerde het Bentheimer Kammerchor zowel met het Grafschafter Kammerorchester en de blazers van de muziekschool Ibbenbüren als ook a cappella. Het gebodene deed het publiek, dat bij deze “avondmuziek” op 18 mei 2003 de kloosterkerk van Bardel tot de laatste plaats vulde, zichtbaar deugd.

Hoogtepunt van het concertjaar 2003 was een ander werk van Franz Schubert: de “mis Nr. 6 in Es-groot”. Ter gelegenheid van deze grote uitvoering gaf het Bentheimer Kammerchor voor de eerste keer een concert in de Concert- en Theaterzaal van de stad Nordhorn. Op 16 november 2003 vond de premiere plaats met het staatsfilharmonisch orkest van Tschenstochau, een Pools orkest, waarmee het koor goede muzikale en privé-ervaringen opdeed en dat niet voor de laatste keer in de Graafschap op bezoek zou zijn. Het koor volbracht die monumentale mis van Schubert met bravour.

Dat was nog niet het einde van dit concertjaar: het Betnheimer Kammerchor zette opnieuw het “Weihnachtsoratorium” van Johann Sebastian Bach op het programma. Anders dan een jaar eerder weerklonken nu op 13 december 2003 de cantates I, III en VI in de ev.-geref. kerk in Gildehaus. Het Musica viva-Kammerorkest Osnabrück (voorheen Kammerorchester) verzorgde ook deze keer weer op virtuoze wijze de instrumentale begeleiding.

2004

In 2004 vond een weerzien plaats met het staatsfilharmonisch orkest van Tschenstochau en de Concert- en Theaterzaal in Nordhorn: op Europadag, 5 mei 2004, zong het Bentheimer Kammerchor, in het raam van het 2e filharmonisch concert, de koorpartij in de “Fantasie voor piano, solisten, koor en orkest opus 80” van Ludwig van Beethoven.

2004 was weer een jubileumjaar, het Bentheimer Kazmmerchor vierden zijn 40-jarig bestaan. Voor deze gelegenheid studeerden de zangers een stuk in, dat in de Graafschap nog niet te horen geweest was: “De jaargetijden” van Josoeph Haydn klonken op
18 september 2004 in het kuurhuis van Bad Bentheim. Bij dit feesltelijk concert speelden de musici van het filharmonisch orkest Südwestfalen voor de tweede keer. Voor een uitverkocht huis bewees het koor, dat het in zijn muzikale geschiedenis een verbazingwekkende ontwikkelijk doorgemaakt had. Het publiek was verrukt over de voorstelling.

De nieuwe traditie van het “Weihnachtsoratorium” werd dit jaar in Emsbüren voortgezet: op 5 december 2004 was het Bentheimer Kammerchor te gast in de St. Andreaskerk en presenteerde – weer samen met het Musica viva-Kammerorkest – de cantates I-III van het geliefde werk van Johan Sebastian Bach.

2005

Vroeg in het jaar 2005 gin het concertgebeuren verder: op 24 april 2005 zing het Bentheimer Kammerchor wederom in de Concert- en Theaterzaal in Nordhorn, ook dit keer met het filharmonisch orkest Südwestfalen. BKCApr05Westdrp

Twee cantates van Felix Mendelssohn Bartholdy (“Hör mein Bitten”, “Wer nur den lieben Gott lässt walten”) alslook symfonie Nr. 2 “Lobgesang” stonden op het program. Ook dit optreden bevestigde nog eens de naam van het Bentheimer Kammerchor als groot concertkoor.

De zaal in Nordhorn zou snel weer bezoek uit Bad Bentheim krijgen: vooruitlopend op het Mozart-jubileumjaar een jaar later studeerde het Bentheimer Kammerchor het beroemde “Requiem in d-mineur KV 626” in. Op 13 november 2005 voerde het koor dit welbekende werk uit, samen met de Alten Philharmonie Münster in de Concert- en Theaterzaal te Nordhorn.

Het werd december en het koor volgde ook dit jaar de nieuwe traditie en bracht het “Weihnachtsoratorium” van Johann Sebastian Bach met het kundige Kammerorkest Musica viva wederom in de ev.-ger. kerk in Gildehaus tot uitvoering, deze keer de cantates I-III. Het enige concert dit jaar in zijn ‘Heimatkirche’ was weer volledig uitverkocht.

2006

Voor de tweede keer sinds de overname van de muzikale leiding van het Bentheimer Kammerchor dirigeerde Tilo Lehmann op 14 januari 2006 het koor en het filharmonisch orkest Südwestfalen bij het nieuwjaarsconcert van de stad Bad Bentheim. Met werken van Lortzing, Smetana en Strauß liet het koor zich weer van zijn luchtigste kant zien.

Een werk met een heel andere sfeer stond als volgende op het program: deze keer werd het “Requiem” van Wolfgang Amadeus Mozart in de ev.-ger. kerk in Gildehaus uitgevoerd, ook nu met de Alten Philharmonie Münster. Ter gelegenheid van het jubileumjaar – Mozart vierde zijn 250ste verjaardag – konden de toehoorders op 5 maart 2006 in de volledig bezette kerk het aangrijpende laatste werk van de componist beleven.

In mei vond een koorreis naar Dresden en Leipzig plaats.

Voor de rest van het jaar gunde het koor zich tijd voor een compositie die tot de grootste en meest geliefde koorwerken met traditie behoorde: de “Messias” van Georg Friedrich Händel. Op 10 december 2006 ‘verving’ dit werk het gebruikelijke “Weihnachtsoratorium” op waardige wijze. Samen met het orkest van Oberhausen zorgde het Bentheimer Kammerchor voor een feestelijke stemming in de ev.-ger. kerk in Gildehaus.

2007

In 2007 was het aanvankelijk ongewoon stil rond het Bentheimer Kammerchor, dat met de voorbereiding van twee optredens bezig was die kort na elkaar in november en januari van het volgend jaar plaats zouden vinden:

In november 2007 had het Bentheimer Kammerchor weer de Poolse musici van het staatsfilharmonisch orkest van Tschenstochau te gast. Samen brachten alle deelnemers in een dubbelconcert “Ein Deutsches Requiem” van Johannes Brahms ten gehore. Op 17 november in de St. Andreas-kerk in Emsbüren en de volgende dag in de ev.-ger kerk in Gildehaus bracht het koor het publiek muzikaal de troostvolle heilsboodschap van de componist.

2008

Direct na deze beide grote uitvoeringen bereidde het Kammerchor zich voor op het volgende optreden, het nieuwjaarsconcert van de stad Bad Bentheim, dat op 13 januari 2008 uitgevoerd werd. Bij het weerzien met het staatsfilharmonisch orkest van Tschenstochau verschafte het koor het publiek veel genoegen met werken van Giuseppe Verdi, Peter Tschaikowski en Johann Strauß.

Dit nieuwjaarsconcert vormde het afsluitende hoogtepunt van het werk van Tilo Lehmann. Eind maart 2008 beëindigde hij zijn bezigheden bij het Bentheimer Kammerchor.